Om ervoor te zorgen dat een Epson-inktcartridge lang meegaat, gebruikt u de printerinstellingen om in conceptmodus af te drukken wanneer afdrukken van hoge kwaliteit niet nodig zijn. Hierdoor wordt de hoeveelheid inkt per pagina verminderd. Reinig bovendien de printkoppen regelmatig met het printeronderhoudsprogramma om een efficiënt inktgebruik te garanderen. Vermijd het afdrukken van grote, effen gebieden en kies waar mogelijk voor lichtere tekst of afbeeldingen. Zorg er ook voor dat de printer regelmatig wordt gebruikt om te voorkomen dat inkt uitdroogt, wat ertoe kan leiden dat er meer inkt wordt gebruikt tijdens reinigingscycli.
Om de levensduur van een inktcartridge te verlengen, bewaart u uw printer op een koele, droge plaats om te voorkomen dat inkt verdampt of verstopt raakt. Schakel de printer op de juiste manier uit met de aan/uit-knop in plaats van de stekker direct uit het stopcontact te halen, omdat dit ervoor zorgt dat de printkoppen goed zijn afgedekt, waardoor de inktverdamping wordt verminderd. Gebruik beide zijden van het document bij het afdrukken van concepten of interne documenten om het inktverbruik tot een minimum te beperken. Controleer en pas uw printerinstellingen regelmatig aan om voor elke afdruktaak zo min mogelijk inkt te gebruiken.
Om het gebruik van Epson-inktcartridges uit te breiden, kunt u afdrukken in de grijze of zwart-witmodus wanneer afdrukken in kleur niet essentieel zijn. Hierdoor blijft de gekleurde inkt behouden. Combineer meerdere documenten in één afdruktaak om het aantal reinigingscycli dat uw printer uitvoert te verminderen. Update uw printerfirmware en stuurprogramma’s regelmatig om te profiteren van eventuele efficiëntieverbeteringen die door de fabrikant zijn geïntroduceerd. Maak bovendien gebruik van de ingebouwde onderhoudsfuncties van de printer om de printkoppen schoon te houden en efficiënt te laten werken.
Om te voorkomen dat de inktcartridges uitdrogen, drukt u minimaal één keer per week een klein document af of voert u een printkopreinigingscyclus uit om ervoor te zorgen dat de inkt door de spuitmondjes blijft stromen. Bewaar ongebruikte cartridges in de originele verpakking op een koele, donkere plaats en vermijd langdurige blootstelling aan lucht. Als de printer gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, kunt u overwegen de cartridges te verwijderen en deze met een vochtige doek in een luchtdichte verpakking of plastic zak te sluiten om de luchtvochtigheid te behouden.
Om een inktcartridge weer tot leven te wekken, voert u eerst het ingebouwde printkopreinigingsprogramma uit om eventuele opgedroogde inkt uit de spuitmondjes te verwijderen. Als dit niet werkt, verwijdert u de cartridge en veegt u de printkop voorzichtig schoon met een pluisvrije doek die is bevochtigd met gedestilleerd water of isopropylalcohol. Bij hardnekkige verstoppingen kunt u de printkop een paar minuten in warm water laten weken, daarna grondig laten drogen voordat u hem weer in de printer plaatst. Als de cartridge een microchip heeft, kan het ook helpen om deze te resetten met behulp van een chipresettool. Als deze methoden niet werken, kan het nodig zijn de cartridge te vervangen.