Als u een EPSON XP 212-printer via WiFi wilt installeren, moet u er eerst voor zorgen dat de printer is ingeschakeld. Druk op de startknop op het bedieningspaneel van de printer, gebruik vervolgens de pijlknoppen om naar de Wi-Fi-installatieoptie te navigeren en druk op OK. Selecteer de Wi-Fi-installatiewizard en kies uw Wi-Fi-netwerk uit de lijst. Voer uw Wi-Fi-wachtwoord in via het printertoetsenbord en druk op OK. Na een succesvolle verbinding wordt het Wi-Fi-lampje stabiel.
Om uw Epson-printer met het WiFi-netwerk te verbinden, drukt u op de startknop op het bedieningspaneel van de printer en navigeert u naar de Wi-Fi-installatieoptie. Kies de Wi-Fi-installatiewizard en wacht tot de lijst met beschikbare netwerken verschijnt. Selecteer uw netwerk en voer het wachtwoord in. Bevestig de instellingen en wacht tot de printer verbinding heeft gemaakt met het netwerk. Een regelmatig Wi-Fi-lampje op de printer geeft aan dat er een succesvolle verbinding is.
Om WiFi op uw Epson-printer in te schakelen, zorgt u ervoor dat de printer is ingeschakeld en drukt u op de startknop. Open het Wi-Fi-installatiemenu op het bedieningspaneel en selecteer de Wi-Fi-installatiewizard. Kies uw netwerk en voer het Wi-Fi-wachtwoord in wanneer daarom wordt gevraagd. Bevestig de instellingen en de printer zal verbinding maken met het Wi-Fi-lampje zal continu branden om aan te geven dat de verbinding actief is.
Om ervoor te zorgen dat uw computer uw EPSON-printer herkent, moet u er eerst voor zorgen dat de printer en de computer met hetzelfde Wi-Fi-netwerk zijn verbonden. Download en installeer de benodigde stuurprogramma’s en software voor uw printermodel vanaf de website van Epson. Volg de instructies op het scherm tijdens de installatie en zorg ervoor dat u de Wi-Fi-verbindingsoptie selecteert. Zodra de installatie is voltooid, zou uw computer de printer automatisch moeten detecteren.
Om uw Epson-printer met uw nieuwe router te verbinden, schakelt u de printer in en navigeert u naar de Wi-Fi-installatieoptie in het configuratiescherm. Kies de Wi-Fi-installatiewizard en wacht tot de lijst met beschikbare netwerken verschijnt. Selecteer uw nieuwe Wi-Fi-netwerk en voer het bijbehorende wachtwoord in. Bevestig de verbindingsinstellingen. Het Wi-Fi-lampje op de printer gaat continu branden, wat aangeeft dat de printer succesvol is verbonden met de nieuwe router.