Als u Epson-inktcartridges wilt vervangen, moet u er eerst voor zorgen dat de printer is ingeschakeld. Open de printerkap en wacht tot de wagen met cartridges naar de positie voor het vervangen van de cartridges beweegt. Druk op de cartridge om deze los te maken en verwijder deze vervolgens uit de sleuf. Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking en verwijder de beschermtape. Plaats de nieuwe cartridge in de sleuf en druk deze naar beneden totdat deze op zijn plaats klikt. Sluit de printerkap en volg alle instructies op het scherm om het vervangingsproces te voltooien.
Om EPSON-printerinktcartridges te resetten, kunt u het bedieningspaneel van de printer of de EPSON-printersoftware op uw computer gebruiken. Voor de methode via het bedieningspaneel gaat u naar het onderhouds- of setup-menu en zoekt u naar de optie om de inktcartridge te vervangen of te resetten. Volg de aanwijzingen om de cartridges te resetten. Als u de software gebruikt, opent u het programma EPSON Printer Utility, gaat u naar het tabblad Onderhoud en selecteert u de optie om de inktcartridge te vervangen of te resetten. Hierdoor wordt de printer geïnstrueerd om de cartridges als nieuw te herkennen en de inktniveaus opnieuw in te stellen.
Om inktcartridges uit een printer te verwijderen, zorgt u er eerst voor dat de printer is ingeschakeld en opent u de printerkap om toegang te krijgen tot de cartridges. Wacht tot de wagen naar de vervangingspositie beweegt. Druk op de cartridge om deze uit de sleuf te halen en verwijder deze vervolgens voorzichtig. Houd de cartridge aan de zijkanten vast om te voorkomen dat u de spuitmondjes of contactpunten aanraakt. CARTRIDGE SNIJDEN Volg de plaatselijke regelgeving of volg de recyclinginstructies van de fabrikant.
Om ervoor te zorgen dat de Epson-printer de cartridges herkent, moet u ervoor zorgen dat de cartridges correct zijn geïnstalleerd en compatibel zijn met uw printermodel. Verwijder de cartridges en plaats ze opnieuw, waarbij u ervoor zorgt dat ze stevig op hun plaats klikken. Reinig de contactpunten op de cartridges en de printer met een pluisvrije doek. Start de printer opnieuw op om het cartridgeherkenningsproces te resetten. Controleer op de website van Epson of er firmware-updates zijn en installeer deze indien beschikbaar. Als het probleem zich blijft voordoen, gaat u naar de printerinstellingen om alle cartridgebeveiligingsfuncties uit te schakelen en neemt u indien nodig contact op met EPSON Support voor verdere hulp.
Om de wagen van een Epson-printer te verplaatsen, zet u de printer aan en opent u de printerkap om toegang te krijgen tot de wagen. Als de wagen met cartridges niet automatisch naar de positie voor cartridgevervanging beweegt, moet u mogelijk op de inktknop of een andere aangewezen knop op het bedieningspaneel drukken om de wagen te laten bewegen. Zodra de wagen met cartridges op zijn plaats zit, kunt u deze indien nodig handmatig verschuiven. Doe dit echter voorzichtig om schade aan de printer te voorkomen. Raadpleeg altijd de printerhandleiding voor specifieke instructies over het verplaatsen van de auto, aangezien het proces per model kan verschillen.