Het verschil tussen een inkjet- en laserprinter ligt vooral in de printtechnologieën en uitvoermethoden. Inkjetprinters gebruiken vloeibare inkt, die door kleine spuitmondjes op papier wordt gespoten om afbeeldingen en tekst te vormen. Ze zijn in staat kleurenafdrukken van hoge kwaliteit te produceren en zijn veelzijdig in het verwerken van verschillende papiersoorten. Laserprinters gebruiken toner, een fijn poeder, dat met behulp van een laserstraal en warmte aan papier wordt gesmolten. Ze staan bekend om hun hoge afdruksnelheden en scherpe tekstkwaliteit, waardoor ze ideaal zijn voor het afdrukken van grote volumes documenten.
Nadelen van een laserprinter zijn onder meer de hogere initiële kosten in vergelijking met inkjetprinters en mogelijk hogere kosten voor tonercartridges. Laserprinters zijn minder efficiënt in het afdrukken van kleurenafbeeldingen van hoge kwaliteit in vergelijking met inkjetprinters, vooral als het gaat om fotorealisme. Ze kunnen ook steeds omvangrijker en luidruchtiger worden, en ze kunnen mogelijk niet zo goed overweg met glanzend of speciaal papier als met inkjetprinters. Hoewel tonercartridges langer meegaan, kan het duur zijn om ze te vervangen als ze leeg zijn.
Een laserprinter heeft cartridges, maar het zijn tonercartridges en geen inktcartridges. Deze tonercartridges bevatten een fijn poeder dat wordt gebruikt bij het laserprintproces. Het poeder wordt op het papier overgebracht en vervolgens met behulp van hitte versmolten om het afgedrukte beeld te creëren. Door tonercartridges te gebruiken, kunnen laserprinters scherpe, duidelijke tekst produceren en grote printvolumes efficiënt verwerken.
De voordelen van een laserprinter zijn onder meer de hoge afdruksnelheden, tekstuitvoer van hoge kwaliteit en de efficiëntie bij het verwerken van grote afdruktaken. Laserprinters zijn over het algemeen kosteneffectiever voor het afdrukken van grote volumes vanwege hun lagere kosten per pagina in vergelijking met inkjetprinters. Ze hebben ook minder de neiging om uit te smeren in vergelijking met inkjetafdrukken en zijn geschikter voor het produceren van professioneel ogende documenten. Bovendien hebben laserprinters over het algemeen een langere levensduur en minder onderhoudsvereisten.
Het verschil tussen een laser- en een inkjetprinter zijn hun printmechanismen en output. Inkjetprinters gebruiken vloeibare inkt om afbeeldingen en tekst te produceren door inkt op papier te spuiten, waardoor ze geschikt zijn voor hoogwaardige kleurenafdrukken en een verscheidenheid aan papiersoorten. Laserprinters gebruiken toner en een laserstraal om afdrukken te maken door poeder aan papier te versmelten, wat resulteert in hogere afdruksnelheden en tekstuitvoer van hoge kwaliteit. Laserprinters hebben over het algemeen de voorkeur voor taken met veel documenten en het printen van grote volumes, terwijl inkjetprinters de voorkeur genieten vanwege hun vermogen om foto’s met een hoge resolutie af te drukken en verschillende mediatypen te verwerken.