Als u een EPSON L3150-printer met Wi-Fi wilt verbinden, moet u er eerst voor zorgen dat uw printer is ingeschakeld en gereed is. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de Wi-Fi-knop en vervolgens op de netwerkstatusknop om het Wi-Fi-installatieproces te starten. Het Wi-Fi-lampje moet gaan knipperen, wat aangeeft dat de printer zich in de installatiemodus bevindt. Ga op uw computer of mobiele apparaat naar Wi-Fi-instellingen en selecteer het netwerk van uw printer uit de beschikbare opties. Volg de instructies op het scherm om de verbinding te voltooien door uw Wi-Fi-netwerkgegevens in te voeren.
Om uw Epson-printer met het Wi-Fi-netwerk te verbinden, moet u er eerst voor zorgen dat de printer is ingeschakeld. Zoek op het bedieningspaneel van de printer de Wi-Fi- of Netwerk-knop om de Wi-Fi-installatiemodus te openen. Selecteer vervolgens met behulp van de navigatieknoppen de optie voor draadloze installatie of Wi-Fi-instellingen. Fi-netwerk uit de lijst met beschikbare netwerken en voer het netwerkwachtwoord in wanneer daarom wordt gevraagd. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, moet het Wi-Fi-lampje op de printer continu branden, wat de verbinding bevestigt.
Om Wi-Fi op uw EPSON-printer in te schakelen, moet u ervoor zorgen dat de printer is ingeschakeld. Zoek en druk op de Wi-Fi-knop op het bedieningspaneel van de printer. Hierdoor wordt de Wi-Fi-installatiemodus gestart en moet het Wi-Fi-lampje beginnen te knipperen. Selecteer op het printerscherm de optie Netwerkinstallatie of Draadloze installatie. Volg de aanwijzingen om uw Wi-Fi-netwerk te vinden en voer het netwerkwachtwoord in om de installatie te voltooien. Het Wi-Fi-lampje moet continu gaan branden als de printer succesvol is verbonden met uw netwerk.
Om ervoor te zorgen dat uw computer uw EPSON-printer herkent, moet u er eerst voor zorgen dat de printer is verbonden met hetzelfde Wi-Fi-netwerk als uw computer. Open op uw computer de instellingen “Apparaten en printers” of “Printers en scanners” via het Configuratiescherm of het menu Instellingen. Klik op “Printer toevoegen” en selecteer uw Epson-printer uit de lijst met gedetecteerde apparaten. Als dit niet verschijnt, moet u mogelijk de printerstuurprogrammasoftware installeren of bijwerken vanaf de website van Epson. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
De WPS-knop (Wi-Fi Protected Configuration) op een Epson-printer bevindt zich meestal aan de achterkant of zijkant van de printer. Dit is een fysieke knop die vaak wordt aangeduid met ‘WPS’ of met een symbool dat lijkt op twee pijlen die een cirkel vormen. Om WPS te gebruiken om uw printer met een Wi-Fi-netwerk te verbinden, drukt u eerst op de WPS-knop op uw router en vervolgens binnen enkele minuten eerst op de WPS-knop op de printer. Hierdoor kan de printer automatisch verbinding maken met het netwerk zonder dat u een wachtwoord hoeft in te voeren.